Soemerië

De eerste notarissen in onze geschiedenis ”Soemerië ,3300V.CHR”

Locatie van het oude Soemerië (op bovenstaande kaart in het Engels aangeduid als: “Sumer”)

Rond 3500 v. Chr. ontstond in het oude Soemerië de eerste stedelijke beschaving ter wereld. Soemerië was gelegen in het oude Mesopotamië, tussen de rivieren de Eufraat en de Tigris, het tegenwoordige Zuid-Irak, in de moerassige overstromingsvlakte van het deltagebied bij de Perzische Golf.

Jager-verzamelaars van nomadische stammen werden landbewerkers en veehouders in het land waar overvloedig vis, wild en vruchtbare grond aanwezig was. Duizenden jaren van voorjaarsoverstromingen, gevoed door het smelten van sneeuw uit het verre Taurusgebergte, zorgden voor rijke slibafzettingen. Het gebied staat daarom ook nu nog bekend als de Vruchtbare Maansikkel, en ook als de Bakermat van de Beschaving.

Soemerische uitvindingen en primeurs

Aan de Soemeriërs wordt een verbluffende veelheid aan “primeur” uitvindingen toegeschreven. Wellicht de belangrijkste daarvan is het schrift. De eerstbekende schriftnotities van de mensheid verschenen in Soemerië rond 3300 v. Chr. toen daar stadstaten ontstonden. Ter vergelijking: in Egypte dateren de allervroegste proto-hiërogliefen van rond 3100 v. Chr., en in de Indusvallei dateren de allervroegste schrifttekens eveneens van rond 3100 v. Chr.

Andere uitvindingen en primeurs van de Soemeriërs zijn onder meer het wiel, de zeilboot, het brouwen van bier, het toepassen van irrigatiesystemen voor landbouwdoeleinden, de ossenploeg, metaalbewerking en metallurgie (het maken van metaallegeringen), het vervaardigen van zongedroogde bakstenen, hoogbouw, rekenkunde, algebra, meetkunde, astronomie (zelfs naar onze huidige maatstaven van een zeer hoog niveau) en de indeling van de sterrenhemel in dierenriemtekens met naamgeving van planeten en sterrenstelsels.

De Soemeriërs ontwikkelden eveneens de eerstbekende gecodificeerde wetgeving, rechterlijke en bestuurlijke instellingen, rechtbanken, gevangenissen en bestuurskundige en administratieve registers. Ze bedachten tevens een kalender (die in later tijden als basis diende voor de Joodse kalender, die in 3760 v. Chr. aanvangt met het jaar nul, en volgens welke ons huidige jaar 2023 het jaar 5783 is), die was gebaseerd op 12 maanmaanden en etmalen van 24 uren, en verdeelden een uur in 60 minuten, een minuut in 60 seconden en een cirkel in 360 graden, dit alles zoals wij dat nu nog steeds gebruiken.

De Soemerische taal

De Soemeriërs spraken een taal die volledig anders was dan, en op geen enkele wijze verwant was aan, de talen van hun buurvolkeren. Geleerden zijn het er niet over eens waar de Soemeriërs vandaan kwamen. Hun geavanceerde kennis en stedelijke beschaving verscheen als vanuit het niets. Volgens de Soemeriërs zelf hadden zij hun stedelijke beschaving en de daarvoor benodigde kennis en vaardigheden niet zelf in de loop der eeuwen of millennia stapje voor stapje ontwikkeld, maar als “klaar-voor-gebruik” geschenken van hun goden ontvangen.

Stadstaten van Soemerië

Soemerië bestond uit een aantal stadstaten die tussen 3500 en 3000 v. Chr. ontstonden. De belangrijkste steden waren Ur (de geboorteplaats van de Bijbelse Abraham), Uruk (de stad van de legendarische koning Gilgamesj), Lagash en Eridu. Ten noorden van Soemerië lag het gebied van Akkad, met de oude steden Bablyon, Kish en Nippur, en het gebied van het tegenwoordige Bagdad. Uruk was de grootste stad in die tijd, en telde in haar hoogtijdagen (rond 2800 v. Chr.) maar liefst 80.000 (!) inwoners.

De stadstaten werden bestuurd door een priester-koning (ensi) of door een wereldlijke koning (lugal), bijgestaan door een raad bestaande uit zowel mannelijke als vrouwelijke oudsten. Hoe modern en inclusief waren de Soemeriërs in dat opzicht! En dat bijna 5.000 jaar geleden!

Het spijkerschrift

De vroegste geschreven teksten uit Soemerië dateren van rond 3300 v. Chr., en zijn opgetekend in het vroege spijkerschrift. Klerken (in later tijden ook wel “scriba’s” genoemd) in Soemerië schreven (of “noteerden”, vandaar de term “notaris” ofwel “opschrijver”) met een wigvormige rietstift of stilus spijkerschrifttekens neer op natte kleitabletten. De stilus werd onder verschillende hoeken in de natte klei gedrukt om zodoende beeldsymbolen te maken die wij spijkerschrifttekens noemen. Pas in veel later tijden (rond 1200 v. Chr.) werd het spijkerschrift als de algemeen gebruikte vorm van schrift in het Midden-Oosten vervangen door een alfabet van letterkarakters uit de Aramese taal, opgetekend in een Fenicisch schrift.

Soemerië
Kleitablet met spijkerschrift.

In Egypte werd vanouds papyrus gebruikt als materiaal waarop geschreven werd (daar komt onze term “papier” vandaan). In later tijden kwamen dierenhuiden op als materiaal waarop geschreven werd (waar onze term “vel” (van “vel” papier, via het Latijnse woord voor huid “vellum”) vandaan komt). In de stad Pergamon in het huidige Turkije werd rond de vierde eeuw voor Christus een techniek ontwikkeld waarmee huiden waar op kon worden geschreven dunner gemaakt konden worden. Deze bewerkte huiden werden “perkament” genoemd, naar de stad Pergamon dus.

Papyrusrollen en dierenhuiden zijn relatief kwetsbaar voor vocht, schimmel en vuur. Daarom zijn er slechts relatief weinig oude papyrusrollen en dierenhuiden uit de oude tijden tot in onze tijd bewaard gebleven. Maar omdat kleitabletten gedroogd of gebakken werden en daardoor tegen vuur en vocht en schimmels bestand waren, zijn er door de eeuwen heen relatief veel van bewaard gebleven. Daardoor kunnen geleerden in onze tijd via die kleitabletten kennisnemen van het leven zoals het was in het oude Soemerië.

De eerste notarissen

Klerken of scriba’s (notarissen dus) waren in Soemerië in zeer hoog aanzien staande tempelfunctionarissen, en waren rond de openbare markt en bij de stadspoorten gestationeerd om allerlei zaken schriftelijk vast te leggen, om waar nodig te zorgen voor vertalingen, en om officiële (“notariële”) zegels te plaatsen op kleitabletten waar zakelijke en juridische transacties op werden vastgelegd. Zonder deze klerken kon de economie van de Soemerische stadstaten niet bestaan.

De Soemerische klerken gebruikten vaak cilinderzegels met in natuursteen of halfedelsteen gegraveerde teksten en/of afbeeldingen. Het zegel werd op een natte kleitablet afgerold, om op die manier beeltenissen van omschrijvingen van transacties en/of gebeurtenissen vast te leggen. Deze zegels werden aanvankelijk alleen gebruikt om juridische documenten te stempelen, vergelijkbaar met zoals vandaag de dag bij ons door een notaris wordt gedaan met een lakzegel, reliëfzegel of rubberstempel.

De partijen bij een transactie ondertekenden kleitabletten met persoonlijke zegels gemaakt van steen, metaal of hout, of gebruikten duimafdrukken. De koning had een ring met een zegel erop: een zegelring dus. Er werd bij het schriftelijk vastleggen van belangrijke transacties veelal gewerkt met meerdere getuigen. Belangrijke kleitabletten werden ter beveiliging in verzegelde enveloppen van klei bewaard.

Soemerië
Kleitablet uit Soemerië, 2000 v. chr., met daarop in spijkerschrift een contract voor de verkoop van onroerend goed. De tekst luidt als volgt: “Sini-Ishtar, de zoon van Ilu-eribu, en Apil-Ili, zijn broer, hebben een derde Shar land gekocht waarop een huis is gebouwd, gelegen naast het huis van Sini-Ishtar, en naast het huis van Minani; en een derde Shar bouwland gelegen naast het huis van Sini-Ishtar, dat aan de straat grenst, het eigendom van Minani, de zoon van Migrat-Sin. Zij hebben vier en een halve sjekel zilver betaald, de afgesproken prijs. Zij zullen nimmer aanspraak maken op het huis van Minani. Bij hun koning hebben zij dit gezworen.” (Daarna volgen de namen van veertien getuigen en de naam van de klerk die alles opgeschreven heeft). “Maand Tebet, jaar van de grote muur van Karra-Shamash.”

Later werden cilinderzegels ook gebruikt als een soort “visitekaartje”, met daarop vermeld de naam en het beroep van de eigenaar ervan.

Soemerië
Afdruk van een cilinderzegel. Afgebeeld zijn een zittende god en een staand aantal hoogwaardigheidsbekleders. Het kleine mannetje dat op schoot zit van de god is waarschijnlijk de eigenaar van het cilinderzegel. De tekst op het zegel luidt: “Shu-ilishu, tolk voor de taal van Meluhha”. Een ”visitekaartje” van zo’n 4.000 jaar oud dus!

Archeologen hebben kleitabletten uit het oude Soemerië en Fenicië gevonden met daarop vermeld bank-, verzekerings-, onroerend goed- en handelstransacties. Uit een aantal van die kleitabletten blijkt dat ook al in die oude tijden zakelijke samenwerkingsverbanden werden opgezet om kapitaal bijeen te brengen en om zakelijke risico’s te delen en te spreiden (!).

Aanvankelijk was er in Soemerië geen gemunt geld. Standaardgewichten van zilver dienden als waardemaat en als ruilmiddel, maar ook voedsel en handelsgoederen werden gebruikt voor ruilhandel. Rond 2500 v. Chr. werd de sjekel ingevoerd, een zilveren munt ter waarde van een korenmaat (ongeveer 27 kilogram graan), in die tijd gelijk aan een maand arbeidsloon.

De eerste wetboeken

Het eerste wetboek van Soemerië was volgens de Soemeriërs aan een klerk gedicteerd door de Grote God Enki, de god van kennis en wijsheid. Het Soemerische wetboek beschermde eigendomsrechten en contracten, maar ook weduwen en wezen, en werd door priesters beheerd. Tot voor kort werd algemeen aangenomen dat de Babylonische Codex Hammurabi uit 1754 v. Chr. de eerste en oudste schriftelijk vastgelegde wetteksten bevatte, maar recentelijk is bekend geworden dat een aantal gedeelten van de Codex Hammurabi rechtstreeks zijn te herleiden tot en afkomstig zijn van de Soemerische Codex Ur-Nammu, opgeschreven rond 2100 v. Chr. In beide codices wordt echter verwezen naar “de oude wetten”, hetgeen impliceert dat er in die tijd ook nog weer oudere schriftelijk vastgelegde wetten bestonden.

Soemerië
Codex Hammurabi, stele van dioriet, van 2,5 meter hoog (!). Hammurabi staat links afgebeeld, rechts de god Mardoek. De tekst van de wet staat in spijkerschrift opgetekend onder de 2 figuren, en bevat een proloog en 282 wetsartikelen. In de proloog wordt aangegeven dat het doel van de wet is om gerechtigheid te laten zegevieren, het boze en het kwade te vernietigen, en om te voorkomen dat de sterken de zwakken onderdrukken, zodat de koning als wijze bestuurder de burgers veiligheid kan brengen en de welvaart voor het land kan verhogen.

Aanvankelijk werd het schrijven op kleitabletten alleen gebruikt voor administratieve en juridische doeleinden. Maar na verloop van tijd, vanaf rond 2600 v. Chr., werd het ook gebruikt voor het vastleggen van gebeden, brieven en verslagen van bijvoorbeeld veldslagen en oorlogen, en voor het vastleggen van literatuur, in de vorm van heldengedichten en -verhalen, waaronder het bekende Gilgamesj Epos.

Als gevolg van de stijgende behoefte aan klerken werden in tempels de eerste formele klerkenscholen opgericht. Klerken-in-opleiding, meestal jonge mannen, brachten vele jaren door op deze scholen (ongeveer 6 jaar!) om al doende de ongeveer 1.500 spijkerschriftsymbolen te onthouden en te leren noteren, en om het lezen en schrijven ervan te oefenen. Ze leerden op deze scholen ook rekenen, omdat ze tijdens hun werkzame leven ook vrijwel altijd de administratie en boekhouding deden voor hun opdrachtgevers of werkgevers. Zonder het schrift en de klerken zou het absoluut onmogelijk zijn geweest voor de Soemerische samenleving en beschaving om te kunnen functioneren en te groeien en floreren.

Soemerië
Leerlingen leren het spijkerschrift lezen en schrijven (“artist’s rendering”). Zoals te zien is op de afbeelding (en zoals te lezen is op vele kleitabletten!), heerste er een strakke discipline op deze scholen, waarbij stokslagen niet werden geschuwd - naast “docenten” was er op elke school een speciale functionaris die het beheer had over “de roede”. Interessant is ook dat op meerdere kleitabletten melding wordt gemaakt van gefrustreerde ouders die ontstemd zijn over hun spijbelende of luie kinderen. Iets van alle tijden kennelijk dus ….

Van een aantal literaire teksten zijn meerdere exemplaren bewaard gebleven omdat zij op scholen door klerken in opleiding ter oefening werden gekopieerd of overgeschreven. Bijvoorbeeld van het Gilgamesj Epos zijn daardoor relatief veel (delen van) kleitabletten bewaard gebleven, omdat het Epos in veel scholen door leerling-klerken werd gebruikt als oefenmateriaal.

Soemerië
Kleitablet met daarop een gedeelte van het Gilgamesj Epos. In 1991 werd dit tablet gestolen uit een museum in Irak, en dook jaren later op in het Westen, toen het in 2014 bij Christie’s in Londen geveild werd, en voor maar liefst 1,67 miljoen dollar (!) werd verkocht. De nieuwe eigenaar was een vermogend christen die op grote schaal antieke voorwerpen voor een nieuw Museum van de Bijbel in Washington opkocht. Zijn interesse was gewekt omdat op dit tablet een zeer oude (en meer oorspronkelijke en meer uitgebreide) versie staat opgetekend van het Bijbelse verhaal van Noah en de Ark. In 2021 is het kleitablet teruggegeven aan Irak, waar het nu weer in een museum staat.

Je kon in Soemerië niet zomaar klerk worden: het was een beschermd beroep. Klerken werden in Soemerië benoemd bij koninklijk besluit, net zoals bij ons notarissen vandaag de dag bij koninklijk besluit worden benoemd!

Slechts ongeveer 1% van de Soemerische bevolking was geletterd. Nisaba was de godin van alfabetisering, schrijven en boekhouden. Schooltabletten van klerken-in-opleiding eindigden vaak met de woorden: “Geloofd zij Nisaba!”.

Soemerische ziggoerats en tempels

In Soemerië had elk stadscentrum een ziggoerat, een getrapte piramide gebouwd van lemen stenen, met bovenop de top ervan een tempel ter ere van de beschermgod van de stad. De ziggoerat was het religieus, bestuurlijk, juridisch en economisch middelpunt van de stad. Een staf van priesters woonde in of bij de ziggoerat en interpreteerde de wil van de goden door de sterren te bestuderen. Graanschuren, opslagplaatsen, werkplaatsen, kantoren, archieven en bibliotheken bevonden zich gewoonlijk in of nabij de ziggoerat.

Rondom de ziggoerat stonden lemen winkeltjes en grote huizen van edelen, militaire leiders, overheidsfunctionarissen en rijke kooplieden. Daarna kwamen de kleinere huizen van kleinere kooplieden en ambachtslieden. Verder weg stonden huizen van riet voor vrije boerenarbeiders, vissers, werklieden en slaven.

Soemerië
Ziggoerat en omgeving (“artist’s rendering”).

De handelsroutes vanuit Soemerië strekten zich uit tot de Middellandse Zee, Anatolië, Syrië, Perzië, de beschaving van de Indusvallei, Bactrië (Afghanistan), Egypte en Nubië. De handel met omliggende gebieden begon maar liefst zo’n 3.000 jaar vóórdat de befaamde Zijderoute naar China tot stand kwam (!). Langs deze handelsroutes werden koloniën gesticht, en aldus verspreidde de Soemerische cultuur zich ook naar andere streken.

Het einde van Soemerië

Soemerië als beschaving ging naar algemeen wordt aangenomen ten onder toen het klimaat in een lange droge cyclus terechtkwam. Na eeuwen van irrigatie werd de bodem zout en konden de gewassen niet meer groeien. Het aldus verzwakte oude Soemerië eindigde met de opkomst van het Akkadische Rijk en de verovering van het Soemerisch grondgebied door de Akkadische koning Sargon de Grote in 2340 v. Chr. Toen de IJzertijd begon, rond 2000 v. Chr., werden andere gebieden en volkeren belangrijker. Rond 1700 v. Chr. werd Mesopotamië verenigd onder Babylonisch bestuur. De Soemeriërs werden uiteindelijk opgenomen in de Akkadische (Assyro-Babylonische) bevolking. De Soemerische taal was inmiddels geen levende taal meer, wat wil zeggen dat hij nergens meer als normale spreektaal werd gebruikt. De Soemerische taal bleef echter tot rond het jaar nul wel voortbestaan in schriftelijke vorm als een canonieke taal die gebruikt werd door priesterordes van latere culturen in grote delen van het Midden-Oosten.

Soemerië
Sargon de Grote

Dank aan de klerken/notarissen van alle tijden!

Dankzij de klerken/notarissen van Soemerië die allerhande aangelegenheden op kleitabletten hebben vastgelegd, konden de Soemerische stadstaten floreren, en is de geschiedenis van het oude Soemerië en van de eerste stedelijke beschaving en cultuur op aarde voor ons bewaard gebleven. Wat een belangrijk beroep was klerk/notaris in het verleden in Soemerië (en in latere culturen en beschavingen)! En wat een belangrijk beroep is het in onze tijd nog steeds!

Over de auteur: Mr. G.M. (Geert) Buurman is in het dagelijks leven werkzaam als jurist en beëdigd tolk en vertaler (notarieel en juridisch) Engels. Buiten kantooruren heeft hij als hobby’s onder meer taal en het bestuderen van de alleroudste geschiedenis van de mens.

Soemerië

Eén reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Delen